Argentinië en Chili liggen naast elkaar en hebben daardoor een vergelijkbaar klimaat. Beide landen liggen helemaal onderaan op het zuidelijk halfrond, waardoor de seizoenen exact tegenovergesteld zijn aan die van ons. Met andere woorden is het daar zomer tijdens onze winter, en omgekeerd. Dit is iets om rekening mee te houden bij het plannen van een reis naar deze topbestemmingen.

  • Hoogseizoen (december - februari)

Het hoogseizoen in Argentinië en Chili valt samen met onze wintermaanden: december tot en met februari. Gedurende deze periode kun je in het hele land volop zon en aangename temperaturen verwachten. Zelfs in het zuiden, zoals Patagonië en Ushuaia, is het dan verrassend warm met een gemiddelde temperatuur van 13 graden (hoewel het in de zomermaanden makkelijk kan oplopen tot wel 20 graden). Let wel: tussen half december en februari gaan de Argentijnen en Chilenen zelf op zomervakantie. Restaurant-, excursie en hotelprijzen liggen dan ook hoger.

  • Tussenseizoen (oktober - november & maart - april)

De lente en de herfst brengen milde temperaturen en minder drukte met zich mee, waardoor het een geweldige tijd is om om de centrale en noordelijke regio’s te verkennen, zoals het schiereiland Valdés, waar je walvissen kunt spotten, of het nationale park Iguazú, waar je de watervallen kunt bewonderen. Ook de regio’s van Mendoza en Salta kennen dan aangename, zomerse temperaturen. Patagonië kan je ook bezoeken, maar hier is het klimaat in het tussenseizoen echter zeer onvoorspelbaar.

  • Laagseizoen (mei - september)

De winter in Argentinië varieert sterk afhankelijk van de regio. In het noorden blijft het relatief warm, terwijl het in het zuiden kouder wordt, vooral in Patagonië. Al brengt de winter ook unieke belevingen met zich mee: zo kan je gaan skiën in Bariloche, Ushuaia en Santiago.